Het verband tussen leeftijd en macht is in de jeugdliteratuur vanuit verschillende perspectieven bestudeerd. Terwijl sommige wetenschappers zich vooral richten op de macht van de volwassene, bespreken anderen de macht van het kind, zoals Clémentine Beauvais, die stelt dat de macht van een kind vooral zijn potentieel is dat de toekomst voor hem in petto heeft. In zijn bredere onderzoeksproject onderzoekt Leander Duthoy hoe de leeftijd van lezers hun begrip van leeftijd in jeugdliteratuur beïnvloedt. Met dit hoofdstuk in Children’s Cultures after Childhood bouwt hij voort op het leeftijd/macht-debat met een analyse van de reacties van lezers op het concept leeftijd in het kinderboek Iep! (Joke van Leeuwen, 1996). Deze verzamelde hij in 29 individuele interviews en twee focusgroepgesprekken met twintig deelnemers tussen 9 en 75 jaar oud. Daarnaast neemt Leander afstand van een strikt op leeftijd gebaseerde analyse. In plaats daarvan bekijkt hij verschillende manieren waarop de discussie over macht – het vermogen om verandering teweeg te brengen of te voorkomen – een meer dynamisch en onderling verbonden begrip van de individuele ervaringen van mensen met zich meebrengt.
De interviews vonden online plaats tijdens de COVID-19 lockdown, wat resulteerde in de machteloosheid van enkele oudere deelnemers, die hulp nodig hadden met de gebruikte technologie. De minderjarige deelnemers waren dan weer afhankelijk van hun ouders, die in naam van hun kind correspondeerden met Leander om het interview te regelen. Sommige ouders hadden ook invloed op de situatie door het interview met hun kind bij te wonen. Op hun beurt oefenden enkele jonge deelnemers ook een vorm van macht uit door weerstand te tonen, door te zeggen dat ze alleen aan het onderzoek deelnamen omdat hun ouders hen daartoe verplichtten of omdat ze toch een boek moesten lezen voor school. In elk geval zou men situaties waarin iemand afhankelijk is van de hulp van iemand anders niet moeten zien in termen van ‘machteloosheid’, maar net als een vorm van intergenerationele verstrengeling die macht geeft en bovendien illustreert dat leeftijd wordt geconstrueerd in een bredere sociale en materiële context. Kortom, Leander onderzoekt hoe de individuele ervaringen van Iep! worden beïnvloed door veel verschillende factoren, en niet enkel door de leeftijd van de lezer. Met andere woorden, macht is iets wat zowel volwassenen als kinderen kunnen uitoefenen en zelfs vaak samen onderhandelen, want macht is relationeel en wordt beïnvloed door de connecties tussen verschillende mensen, dingen, ideeën en situaties.
Duthoy, Leander. ‘Chapter 7: The Dynamics of Age and Power in a Children’s Literature Research Assemblage’.
Children’s Cultures after Childhood, edited by Justyna Deszcz-Tryhubczak and Macarena García-González, John Benjamins, 2023, pp. 102–121.
doi: 10.1075/clcc.16.07dut
Kinderliteratuur wordt vaak gekenmerkt door een onevenwicht in leeftijden, omdat volwassen auteurs voor jonge lezers schrijven. Voor dit artikel interviewde Vanessa Joosen zeven kinderboekenauteurs – Aidan Chambers, Guus Kuijer, Jacqueline Wilson, Anne Fine, David Almond, Joke Van Leeuwen en Bart Moeyaert – om te onderzoeken hoe zij omgaan met de groeiende kloof tussen hun huidige leeftijd, hun eigen jeugd en hun jonge lezerspubliek wanneer ze kinder- of jeugdboeken schrijven. Hoewel literatuurwetenschappers doorgaans vermijden om rechtstreeks links te leggen tussen het leven van auteurs en hun fictieve werken, kan niet worden ontkend dat schrijvers putten uit ervaringen uit hun echte leven voor inspiratie en context.
Vanessa Joosen gaat na welke verschillende vormen deze interne gesprekken tussen de auteur als kind en als volwassene kunnen aannemen. Enerzijds kunnen schrijvers een emotionele verbinding met (gebeurtenissen uit) het verleden ervaren, anderzijds kunnen er zelfs nieuwe inzichten en genezing tot stand komen in hun volwassen leven. David Almond legt bijvoorbeeld uit hoe het schrijven over het verlies van zijn zus en vader op jonge leeftijd een verwerkingsmechanisme was, waarbij hij in plaats van deze traumatische ervaringen direct te confronteren, ze opnieuw verbeeldde en gebruikte als basis voor zijn fictie. Door als volwassene jonge personages te bedenken, kunnen de ervaringen en schrijfpraktijk van de volwassen auteur ook nieuwe perspectieven toevoegen aan hoe ze het concept van ‘kind zijn’ in het algemeen benaderen: in plaats van kinderen als mensen zonder kennis en ervaring te beschouwen, cultiveren kinderauteurs het gevoel van verwantschap (kinship) in hun schrijven, omdat ze zoeken naar raakvlakken tussen generaties. Kinderliteratuur biedt een ruimte waar volwassenen en kinderen elkaar kunnen ontmoeten, in en door verhalen. En hoewel niet kan worden verondersteld dat deze fictieve verhalen ervaringen uit de kindertijd of volwassenheid perfect authentiek weerspiegelen, kunnen ze een begin zijn van echte gesprekken waardoor generaties meer begrip kunnen krijgen voor wat hen scheidt, maar nog belangrijker, voor wat hen verbindt.
Joosen, Vanessa. ‘Children’s Literature: Young Readers, Older Authors’.
The Bloomsbury Handbook to Ageing in Contemporary Literature and Film, edited by Sarah Falcus, Heike Hartung, and Raquel Medina, Bloomsbury Publishing, 2023, pp. 51–62.
Hoe denken kinderen en volwassenen over ‘onschuld’ en ‘wijsheid’? Hoe zetten ze die in om na te denken over hun eigen leeftijd en die van fictieve personages in kinderboeken? Leander Duthoy ging in gesprek met lezers van negen tot vijfenzeventig jaar oud. In interviews en focusgroepen reflecteerden Leander en zijn lezers op twee Nederlandstalige kinderboeken: Iep! (1996) van Joke van Leeuwen, en Voor altijd samen, amen (1999) van Guus Kuijer. Jongere lezers waren zich bewust van het discours van volwassenen over kinderlijke onschuld, dat sommigen kritiekloos overnamen, terwijl anderen toegaven zich af en toe onschuldig voor te doen om aan de woede van volwassenen te ontsnappen. Bovendien gebruikten diezelfde jonge lezers ook onschuld om de leeftijd van jonge personages in te schatten. Jongvolwassen lezers beschouwden zowel jonge als oude personages soms als onschuldig. Oudere lezers benadrukten daarentegen hun eigen wijsheid en gebruikten deze lens om te reflecteren op de leeftijd van personages. Wijsheid kwam daarom naar voren als een belangrijke leeftijdsnorm die oudere lezers niet alleen gebruikten als waardering van oudere personages, maar ook om positieve betekenis te geven aan hun eigen ervaring van ouderdom. Sommige personages die door oudere lezers als bijzonder wijs werden gezien, werden door jongere lezers als naïef en onschuldig gezien. De complexe en uiteenlopende reacties van lezers zetten leeftijdsgebonden veralgemeningen rond wijsheid en onschuld dus op losse schroeven.
Duthoy, Leander. ‘“I Became Much Wiser over Time”: Readers’ Use of Innocence and Wisdom as Age Norms in Responses to Children’s Literature’.
International Research in Children’s Literature, vol. 15, no. 3, 2022, pp. 279–293.
doi: 10.3366/ircl.2022.0467
Kinderen en volwassenen zouden qua denken en voelen niet gelijk zijn, vooral als het om het geheugen of om herinneringen gaat. Maar misschien liggen de volwassen auteur en zijn kindpersonage wel dichter bij elkaar dan verwacht. In dit artikel onderzoekt Emma-Louise Silva dat aan de hand van My Name is Mina (2010, vertaald als ‘Mijn naam is Nina’) van David Almond. Ze steunt daarvoor op filosofie en onderzoek naar de werking van het brein en het denken: dat staat bijvoorbeeld niet los van het lichaam en de omgeving. Door via die lens naar dit jeugdboek te kijken, brengt ze verfrissende inzichten in de manier waarop volwassen auteurs hun personages verbeelden wanneer dat nog kinderen zijn.
Silva, Emma-Louise. ‘Cognitive Narratology and the 4Es: Memorial Fabulation in David Almond’s My Name is Mina’.
Age, Culture, Humanities, vol. 6, 2022, pp. 1–29.
doi: 10.7146/ageculturehumanities.v6i.131854
Leeftijd bepaalt de vorm en inhoud van jeugdboeken op verschillende niveaus. Mensen hebben vaste ideeën over wat bij een bepaalde leeftijd past en wat niet. Digitale instrumenten kunnen helpen om zulke leeftijdsnormen op grotere schaal in kaart te brengen en te bevragen. De computer ‘las’ 32 Nederlandstalige jeugdboeken die zijn gepubliceerd tussen 1975 en 2018. Daaruit blijkt dat er in kinderboeken vaak expliciet opmerkingen worden gemaakt over leeftijd. Er is niet alleen aandacht voor de kindertijd, maar ook voor andere fases in het leven. In kinderboeken bewaken de leeftijdsnormen het meest en het strengst, maar hun uitspraken zijn ook vaak gekleurd door conflicten, humor en ironie.
Joosen Vanessa. ‘Te kinderachtig voor de kinderen? Leeftijdsnormen in jeugdliteratuur digitaal onderzocht’.
Vooys: tijdschrift voor letteren, vol. 37, no. 3, 2019, pp. 1–9.