Fire and Hemlock (1984) van Diana Wynne Jones en Autumn (2016) van Ali Smith zijn twee Britse romans die een intense vriendschap schetsen tussen een meisje en een oudere man. In dit artikel verkent Vanessa Joosen hun experimentele vertelvormen die een complexe chronologie omvatten, een onbetrouwbare verteller, droomscènes, hiaten en een rijk intertekstueel netwerk om een vriendschap tussen generaties in te kaderen die kan worden gelezen als intergenerationeel verlangen. De experimentele verhaallijnen en reflecties op de fluïditeit van leeftijd stellen Smith en Jones in staat om dit controversiële onderwerp op te roepen zonder het volledig aan te snijden. Beide romans leggen het verlangen bij het jonge meisje in plaats van bij de oude man en onderzoeken de agency en momenten van machteloosheid die de vrouwelijke personages ervaren. Een leeftijdsverschil tussen kindertijd en volwassenheid is echter cruciaal om een relatie te kwalificeren als “intergenerationeel verlangen”, en hier zorgen de experimentele structuren en vage chronologieën van de romans voor ambiguïteit. Daarnaast scheppen de boeken verwarring over de aard van de aantrekkingskracht tussen de personages. Ze maken gebruik van de ambiguïteit die onvolledige herinneringen, onbetrouwbare vertellingen, hiaten in de vertelling, metaforen en intertekstuele verwijzingen achterlaten bij het thematiseren van wat gedefinieerd kan worden als vriendschap, verwantschap, liefde en/of seksuele aantrekkingskracht.
Joosen, Vanessa. ‘Holding Hands: Intergenerational Desire in Diana Wynne Jones’s Fire and Hemlock and Ali Smith’s Autumn’.
Poetics Today, vol. 44, no. 1–2, 2023, pp. 131–156.
doi: 10.1215/03335372-10342127
In jeugdboeken kunnen dromen een plek zijn waar jonge personages en oudere figuren in het verhaal met elkaar verbonden worden. In dit artikel presenteert Vanessa Joosen drie methoden om intergenerationele ontmoetingen in en door dromen te bestuderen in een selectie van hedendaagse Nederlandstalige kinderboeken. Ze doet dit door middel van een digitale analyse van een corpus van 81 boeken om aan te tonen dat hoe ouder de personages zijn, hoe minder vaak wordt beschreven dat ze dromen. Vervolgens legt een close reading van intergenerationele dromen onder andere de associaties van dromen met genezing en dood bloot. Tot slot laat een onderzoek van lezersreacties zien dat lezers sommige droommechanismen al op jonge leeftijd begrijpen en dat oudere lezers soms gebruik maken van Freudiaanse theorie om dromen te interpreteren, maar dat sommigen zich daar ook tegen verzetten.
Joosen, Vanessa. ‘Encounters of a Dreamy Kind: Dreams as Spaces for Intergenerational Play and Healing in Dutch Children’s Literature’.
Traum und Träumen in Kinder- und Jugendmedien, edited by Iris Schäfer, Brill, 2023, pp. 35–49.
doi: 10.30965/9783846767481_003
De velden die onderzoek doen naar kindertijd, leeftijd en jeugdliteratuur blijven, ondanks hun gedeelde interesse in vragen rond leeftijd, vooroordelen en agency, relatief gescheiden. Dit blijkt uit de uiteenlopende definities en toepassingen van begrippen als ‘ageism’, ‘aetonormativity’, ‘adultism’ en ‘childism’ die in deze velden gehanteerd worden. In dit artikel gebruikt Vanessa Joosen het concept ‘childism’ (John Wall) om te wijzen op de voordelen die een samenwerking tussen deze vakgebieden met zich zou meebrengen, voornamelijk op vlak van het onderzoek naar relaties tussen generaties. Aan de hand van The Granny Project (1983) van Anne Fine toont ze bovendien aan dat jeugdboeken zelf kunnen bijdragen aan de paradigmaverschuiving die Wall voor ogen heeft. Fine’s roman over het verzet van vier kinderen tegen de plannen van hun ouders om hun oma naar een rusthuis te brengen, getuigt van een geloof in de agency van jonge lezers. Het potentieel voor begrip tussen generaties dat Wall centraal stelt in zijn concept van ‘childism’ komt ook sterk naar de voorgrond.
Joosen, Vanessa. ‘Connecting Childhood Studies, Age Studies and Children’s Literature Studies: John Wall’s Concept of Childism and Anne Fine’s The Granny Project’.
Barnboken, vol. 45, 2022.
doi: 10.14811/clr.v45.745
Hedendaagse sprookjesbewerkingen spelen met gekende verhaalstof, maar maken die een stuk complexer. Dat is ook het geval bij Cinderella is Dead van Kalynn Bayron, dat het bekende sprookjes van Assepoester feministisch bewerkt. De beeldvorming rond leeftijd staat er niet los van gender. Sylvia Henneberg onderzocht eerder leeftijdsgebonden stereotypes in sprookjes; Susan Pickard verkende het motief van de ‘oude heks’ of ‘hag’. Vanuit hun bevindingen onderzoeken we de wisselwerking tussen sprookjesbewerking, ideologie rond leeftijd in traditionele sprookjes en het samenspel tussen leeftijd en gender. De veelzijdige karakterisering van oudere personages blijkt bij te dragen aan de verbeelding van intergenerationele relaties, die op hun beurt aangeven waarom er historisch en cultureel nood is aan hervertellingen van traditionele sprookjes.
Anjirbag, Michelle Anya & Vanessa Joosen. ‘“You Have to Set the Story You Know Aside”: Constructions of Youth, Adulthood and Senescence in Cinderella Is Dead’.
Humanities, vol. 11, no. 1, 2022, p. 25.
doi: 10.3390/h11010025
Opvattingen over leeftijd bepalen niet alleen de verhalen in jeugdboeken, maar ook het veld van de jeugdliteratuur. Daarbij gaat veel aandacht naar de verhouding tussen kinderen en volwassenen. Die kan je zien als twee erg verschillende leeftijdsgroepen, maar evengoed als deel van een doorlopende schaal met verschillende leeftijdsfasen die geleidelijk in elkaar overgaan en ook veel gelijkenissen hebben. In de vakliteratuur worden voor die verschillende benaderingen het ‘verschilmodel’, ‘deficitmodel’ en verwantschapmodel gebruikt. Bart Moeyaert heeft het onderscheid tussen jeugdliteratuur en volwassenenliteratuur altijd bevochten. In de loop van zijn schrijverschap, waarbij hij zelf verschillende leeftijdsfasen doormaakte, hanteerde hij niettemin verschillende leeftijdsnormen. Naarmate hij ouder werd, legde hij meer nadruk op de verwantschap tussen kinderen en volwassenen. In zijn romans voert hij volwassenen op die veel missen doordat ze hun kinderen niet voldoende zien, maar ook rolmodellen die tonen wat er te winnen valt bij de verwantschap tussen jong en oud.
Joosen, Vanessa. ‘Van kind naar kinship : de constructie van leeftijd in de literatuuropvattingen van Bart Moeyaert in de loop van zijn schrijverschap’.
Spiegel der Letteren, vol. 63, no. 1–2, 2021, pp. 89–112.
10.2143/SDL.63.1.3289319
Veel kinderboeken draaien om jonge personages. Toch zijn er ook vaak oudere personages aan zet, of verandert hun leeftijd in de loop van het verhaal. Op die manier komen kinderen via boeken in aanraking met ideeën over leeftijd. Stereotypes zoals de ‘oude heks’ of de ‘wijze oude mentor’ geven het idee door dat oude vrouwen gemeen zijn, of oude mensen vanzelfsprekend wijs. Andersom zijn er ook boeken die bewust afstand nemen van vastgeroeste ideeën. Er komt steeds meer aandacht voor intergenerationele dialoog en een genuanceerde blik op ouderdom. Onderzoek naar leeftijd in boeken en de manier waarop lezers met die beelden rond leeftijd omgaan, kan verder aantonen hoe jeugdliteratuur bijdraagt tot ideeën over leeftijd.
Joosen, Vanessa. ‘Aging in children’s literature’.
Encyclopedia of gerontology and population aging, edited by Danan Gu and Matthew E. Dupre, Springer, 2022, pp. 280–284.
doi: 10.1007/978-3-319-69892-2_250-1