Jeugdliteratuur wordt traditioneel beschouwd als een drager van verscheidene ideologieën en een belangrijke factor in de socialisatie van kinderen, bijvoorbeeld op vlak van de representatie van leeftijd. Een kinderboek dat oudere personages afschildert als fragiele mensen met ouderwetse gewoontes, zal het beeld dat de jonge lezer heeft van oudere mensen in diens eigen omgeving beïnvloeden en misschien tot gevolg hebben dat die met een negatieve blik naar de oudere generatie kijkt. Omgekeerd, wanneer kinderen vaak in contact komen met verhalen waarin oudere personages vol levenslust hun eigen pad bewandelen, zullen ze in het echte leven waarschijnlijk op een andere manier naar oudere mensen kijken. In dit artikel beargumenteerd Lindsey Geybels dat niet alleen kinderliteratuur, maar ook fictie voor jongvolwassenen en volwassenen, een invloed heeft op de perceptie van leeftijd, en dan voornamelijk oude volwassenheid, bij zijn lezers. In een groot corpus van 41 Nederlandse boeken geschreven voor verschillende leeftijden wordt de representatie van oudere mannen en vrouwen bestudeerd aan de hand van de werkwoorden, grammaticale bezittingen en bijvoeglijke naamwoorden.
Geybels, Lindsey. ‘Shuffling Softly, Sighing Deeply: A Digital Inquiry into Representations of Older Men and Women in Literature for Different Ages‘.
Soc. Sci. (2023): 12(3)
Literaire teksten bestaan uit woorden en niet uit getallen: dat maakt het niet gemakkelijk om ze voor statistische analyses te gebruiken. Met behulp van computerprogramma’s lukt dat wel. Woorden kunnen worden omgezet in getallen en zo kunnen specifieke delen van een tekst op grote schaal worden onderzocht. Wetenschappers uit verschillende domeinen keken zo op verschillende manieren naar tekstelementen zoals zinslengte, woordlengte en lexicale diversiteit. Stylometrie is een van die vakgebieden. Het vakgebied bestudeert de schrijfstijl van één auteur en let daarbij op typische elementen van hun stijl. Zo kunnen anonieme teksten toch aan een auteur worden gekoppeld. In het onderzoek naar kinderliteratuur worden die typische elementen uit een tekst meestal in verband gebracht met de complexiteit van een tekst en de leeftijd van de doelgroep. In dit artikel analyseert Lindsey Geybels gegevens van het volledige CAFYR-corpus (iets minder dan 700 Engelse en Nederlandse boeken geschreven voor verschillende leeftijden) statistisch. Zij gaat na of je met de tekstelementen beter kan achterhalen voor welke leeftijd een tekst is bedoeld, of net wie of hoe oud de auteur ervan is.
Geybels, Lindsey. ‘Determining Author or Reader: A Statistical Analysis of Textual Features in Children’s and Adult Literature‘.
Proceedings of the Computational Humanities Research Conference (2022): 355-365.
Verschillen tussen jeugdliteratuur en literatuur voor volwassenen zijn vaak onderzocht. Het oeuvre van ‘crosswriters’ of ‘dubbelpublieksauteurs’, die voor beide doelgroepen schrijven, vormt daarvoor een uitstekende bron. Via stylometrie, een digitale onderzoekstechniek om stijl te bestuderen, werd het werk van tien Nederlandse en Engelse dubbelpublieksauteurs onderzocht. Zijn er overeenkomsten tussen de auteurs onderling? En zijn er per auteur verschillen in hun werk voor andere doelgroepen? Daarbij werd rekening gehouden met de doelgroep voor wie het werk is uitgegeven en met het tijdstip van publicatie. Ook hielden de onderzoekers rekening met de visie van de auteurs op stijl en lezersgroepen, die zij onder meer in interviews uiten. Uit deze casestudies blijkt dat de samenhang tussen stijl en beoogde lezer groter is dan die tussen stijl en moment van verschijnen. Met andere woorden, boeken voor jonge lezers lijken onderling meer op elkaar dan die voor volwassen lezers, ook als we daarbij rekening houden met de evolutie die de auteurs doormaken.
Haverals, Wouter, Geybels, Lindsey & Vanessa Joosen. ‘A style for every age : a stylometric inquiry into crosswriters for children, adolescents and adults‘.
Language and literature (2022): 1-23.
Net als mensen passen boeken niet altijd in een hokje. Vooral over de status en de grenzen van jeugdliteratuur werd al vaak gedebatteerd. Multipublieksauteurs zHoe leg je bloot welke denkbeelden rond leeftijd worden doorgegeven in en via jeugdliteratuur? De onderzoekers van het CAFYR-project zetten daartoe onder meer digitale technieken in. Een eerste stap is de verzameling van gedigitaliseerde teksten, die we krijgen via uitgevers, auteurs en DBNL. Die teksten kunnen tot massa’s data worden herleid. Het komt er dus op aan een keuze te maken. Wij gingen bijvoorbeeld na hoeveel bepaalde leeftijdscategorieën aan het woord komen, en of er een verschil is naargelang gender. Ook wilden we weten waarover deze personages het hebben en of daarin verschillen naar leeftijd op te tekenen zijn. Het werk van Bart Moeyaert en La Belle Sauvage van Philip Pullman vormden een toetssteen voor deze eerste stappen. De observaties en hypotheses die daaruit volgen, vormen de leidraad voor verder onderzoek.
Joosen, Vanessa. ‘Constructing Age for Young Readers’.
International Research in Children’s literature 14.3 (2021): 252-268.
Net als mensen passen boeken niet altijd in een hokje. Vooral over de status en de grenzen van jeugdliteratuur werd al vaak gedebatteerd. Multipublieksauteurs zoals Joke van Leeuwen laten zich niet afschrikken door die grenzen en schrijven voor verschillende leeftijdsgroepen, kinderen én volwassenen. Toch legt de digitale analyse van een groot deel van haar oeuvre verschillen bloot tussen de boeken die voor verschillende leeftijdsgroepen in de markt zijn gezet. Op enkele uitzonderingen na stijgen de woord- en zinslengte en de variatie in woordenschat samen met de leeftijd van de beoogde lezer. Ook zijn er minder kindpersonages in boeken voor oudere lezers, waarin ze bovendien veel minder vaak aan het woord zijn. Het beeld van ouderen is wel over quasi alle boeken gelijk, zo blijkt bij aandachtig lezen. De computer vertelt dus niet alles over lezers en lezen. Wel is hij een handig instrument om in een groot aantal boeken patronen te ontdekken.
Geybels, Lindsey. ‘Over (de) grenzen: op zoek naar de lezer in het oeuvre van Joke van Leeuwen‘.
Spiegel der Letteren 63:1-2 (2021), p. 113-137
Vandaag verslinden kinderen vaak al in de lagere school de hele Harry Potter-reeks.Bij verschijnen groeide het personage echter mee met de lezers: bij elk volume werd hij ouder. Uit een digitale analyse van de boeken blijkt dat ook de stijl en thema’s veranderen. Zo worden zinnen langer en moeilijker. Ook gaat het geleidelijk minder over eten, school of dieren, en vaker over spirituele thema’s of de dood.
Haverals, Wouter & Lindsey Geybels. ‘Putting the Sorting Hat on J.K. Rowling’s Reader: a digital inquiry into the age of the implied readership of the Harry Potter series’.
Journal of Cultural Analytics 5 (2021), p. 1-30.