Wat we van iemand verwachten, hangt vaak samen met leeftijd: werken of studeren, bij iemand inwonen of zelfstandig wonen, emoties luidruchtig uiten of onderdrukken… Maatschappelijke uitdagingen zoals de klimaatcrisis of vergrijzing van de bevolking zetten bovendien verschillen tussen leeftijdsgroepen op scherp. De afgelopen decennia groeide dan ook het domein van ‘age studies’ of leeftijdsonderzoek, ook in de studie van jeugdliteratuur. Het ERC-project ‘Constructing Age For Young Readers’ vormt daarvan een duidelijk voorbeeld.
De vele aspecten van dat onderzoek werden intussen gebundeld in Age in David Almond’s Oeuvre, waarin het team verschillende invalshoeken verkent om het oeuvre van de Britse auteur David Almond diepgaand te analyseren. Welke verschillende theorieën en methoden kunnen worden gebruikt om leeftijd in jeugdliteratuur te bestuderen? En wat zijn hun mogelijkheden en beperkingen? In verschillende hoofdstukken worden leeftijdsstudies gecombineerd met studies over het schrijven van levensverhalen, cognitieve narratologie, digital humanities, vergelijkende literatuurstudies, reader response-onderzoek en mediastudies. Via de veelzijdige analyse van leeftijd draagt het boek bij aan het begrip van Almonds oeuvre, waarvan de esthetische en thematische rijkdom alom wordt erkend. Naast de bespreking van de verfilming van zijn bekendste roman Skellig biedt dit boek ook analyses van werken die minder aandacht hebben gekregen, zoals Counting Stars, Clay en Bone Music. Lezers krijgen ook een beter begrip van Almond als crosswriter van literatuur voor kinderen, adolescenten en volwassenen.
Joosen, Vanessa, Michelle Anya Anjirbag, Leander Duthoy, Lindsey Geybels, Frauke Pauwels & Emma-Louise Silva. ‘Age in David Almond’s Oeuvre: A Multi-Method to Studying Age and the Life Course in Children’s Literature’.
Routledge, 2023.
doi: 10.4324/9781003369608
In jeugdboeken kunnen dromen een plek zijn waar jonge personages en oudere figuren in het verhaal met elkaar verbonden worden. In dit artikel presenteert Vanessa Joosen drie methoden om intergenerationele ontmoetingen in en door dromen te bestuderen in een selectie van hedendaagse Nederlandstalige kinderboeken. Ze doet dit door middel van een digitale analyse van een corpus van 81 boeken om aan te tonen dat hoe ouder de personages zijn, hoe minder vaak wordt beschreven dat ze dromen. Vervolgens legt een close reading van intergenerationele dromen onder andere de associaties van dromen met genezing en dood bloot. Tot slot laat een onderzoek van lezersreacties zien dat lezers sommige droommechanismen al op jonge leeftijd begrijpen en dat oudere lezers soms gebruik maken van Freudiaanse theorie om dromen te interpreteren, maar dat sommigen zich daar ook tegen verzetten.
Joosen, Vanessa. ‘Encounters of a Dreamy Kind: Dreams as Spaces for Intergenerational Play and Healing in Dutch Children’s Literature’.
Traum und Träumen in Kinder- und Jugendmedien, edited by Iris Schäfer, Brill, 2023, pp. 35–49.
doi: 10.30965/9783846767481_003
Jeugdliteratuur wordt traditioneel beschouwd als een drager van verscheidene ideologieën en een belangrijke factor in de socialisatie van kinderen, bijvoorbeeld in de weergave van leeftijd. Als een kinderboek oudere personages afschildert als fragiele mensen met ouderwetse gewoontes, kan dat het beeld beïnvloeden dat jonge lezers hebben van oudere mensen in hun eigen omgeving. Misschien heeft het zelfs tot gevolg dat kinderen met een negatieve blik naar de oudere generatie kijken. Het kan ook omgekeerd: wanneer kinderen vaak in contact komen met verhalen waarin oudere personages vol levenslust hun eigen pad bewandelen, zullen ze in het echte leven waarschijnlijk op een andere manier naar oudere mensen kijken. In dit artikel beargumenteert Lindsey Geybels dat niet alleen kinderliteratuur, maar ook fictie voor jongvolwassenen en volwassenen een invloed hebben op de perceptie van leeftijd, en dan voornamelijk oude volwassenheid. In een groot corpus van 41 Nederlandse boeken voor verschillende leeftijden wordt de representatie van oudere mannen en vrouwen bestudeerd aan de hand van de werkwoorden, grammaticale bezittingen en bijvoeglijke naamwoorden.
Geybels, Lindsey. ‘Shuffling Softly, Sighing Deeply: A Digital Inquiry into Representations of Older Men and Women in Literature for Different Ages’.
Social Sciences, vol. 12, no. 3, 2023, p. 112.
doi: 10.3390/socsci12030112
Literaire teksten bestaan uit woorden en niet uit getallen: dat maakt het niet gemakkelijk om ze voor statistische analyses te gebruiken. Met behulp van computerprogramma’s lukt dat wel. Woorden kunnen worden omgezet in getallen en zo kunnen specifieke delen van een tekst op grote schaal worden onderzocht. Wetenschappers uit verschillende domeinen keken zo op verschillende manieren naar tekstelementen zoals zinslengte, woordlengte en lexicale diversiteit. Stylometrie is een van die vakgebieden. Het vakgebied bestudeert de schrijfstijl van één auteur en let daarbij op typische elementen van hun stijl. Zo kunnen anonieme teksten toch aan een auteur worden gekoppeld. In het onderzoek naar kinderliteratuur worden die typische elementen uit een tekst meestal in verband gebracht met de complexiteit van een tekst en de leeftijd van de doelgroep. In dit artikel analyseert Lindsey Geybels gegevens van het volledige CAFYR-corpus (iets minder dan 700 Engelse en Nederlandse boeken geschreven voor verschillende leeftijden) statistisch. Zij gaat na of je met de tekstelementen beter kan achterhalen voor welke leeftijd een tekst is bedoeld, of net wie of hoe oud de auteur ervan is.
Geybels, Lindsey. ‘Determining Author or Reader: A Statistical Analysis of Textual Features in Children’s and Adult Literature’.
Proceedings of the Computational Humanities Research Conference, 2022, pp. 355–365.
Verschillen tussen jeugdliteratuur en literatuur voor volwassenen zijn vaak onderzocht. Het oeuvre van ‘crosswriters’ of ‘dubbelpublieksauteurs’, die voor beide doelgroepen schrijven, vormt daarvoor een uitstekende bron. Via stylometrie, een digitale onderzoekstechniek om stijl te bestuderen, werd het werk van tien Nederlandse en Engelse dubbelpublieksauteurs onderzocht. Zijn er overeenkomsten tussen de auteurs onderling? En zijn er per auteur verschillen in hun werk voor andere doelgroepen? Daarbij werd rekening gehouden met de doelgroep voor wie het werk is uitgegeven en met het tijdstip van publicatie. Ook hielden de onderzoekers rekening met de visie van de auteurs op stijl en lezersgroepen, die zij onder meer in interviews uiten. Uit deze casestudies blijkt dat de samenhang tussen stijl en beoogde lezer groter is dan die tussen stijl en moment van verschijnen. Met andere woorden, boeken voor jonge lezers lijken onderling meer op elkaar dan die voor volwassen lezers, ook als we daarbij rekening houden met de evolutie die de auteurs doormaken.
Haverals, Wouter, Lindsey Geybels & Vanessa Joosen. ‘A Style for Every Age: A Stylometric Inquiry into Crosswriters for Children, Adolescents and Adults’.
Language and Literature, vol. 31, no. 1, 2022, pp. 1–23.
doi: 10.1177/0963947021107216
Vandaag verslinden kinderen vaak al in de lagere school de hele Harry Potter-reeks. Bij verschijnen groeide het personage echter mee met de lezers: bij elk volume werd hij ouder. Uit een digitale analyse van de boeken blijkt dat ook de stijl en thema’s veranderen. Zo worden zinnen langer en moeilijker. Ook gaat het geleidelijk minder over eten, school of dieren, en vaker over spirituele thema’s of de dood.
Haverals, Wouter & Lindsey Geybels. ‘Putting the Sorting Hat on J.K. Rowling’s Reader: A Digital Inquiry into the Age of the Implied Readership of the Harry Potter Series’.
Journal of Cultural Analytics, vol. 5, 2021, pp. 1–30.
doi: 10.22148/001c.24077