Veel adolescentenromans draaien om de ontwikkeling van een eigen identiteit. Ook Aidan Chambers verkent in Postcards from No Man’s Land (in de Nederlandse vertaling van Annelies Jorna met de titel Niets is wat het lijkt) de ontwikkeling van een jongeman, Jacob. Zijn karakterisering en de evolutie van het personage kan worden benaderd vanuit intertekstualiteit, door na te gaan uit welke ’teksten’, verhalen of socio-culturele vertogen zijn identiteit bestaat, hoe die delen in elkaar passen en hoe zij veranderen – als een immer plooibare puzzel.
Duthoy, Leander. ‘A Three-Dimensional Jigsaw made of Pliable Bits: Adolescent Identity as an Intertextual Construct in Aidan Chambers’ Postcards from No Man’s Land (1999)’.
Children’s Literature in Education, vol. 52, 2021, pp. 326–341.
doi: 10.1007/s10583-020-09425-6
Net als mensen passen boeken niet altijd in een hokje. Vooral over de status en de grenzen van jeugdliteratuur werd al vaak gedebatteerd. Multipublieksauteurs zoals Joke van Leeuwen laten zich niet afschrikken door die grenzen en schrijven voor verschillende leeftijdsgroepen, kinderen én volwassenen. Toch legt de digitale analyse van een groot deel van haar oeuvre verschillen bloot tussen de boeken die voor verschillende leeftijdsgroepen in de markt zijn gezet. Op enkele uitzonderingen na stijgen de woord- en zinslengte en de variatie in woordenschat samen met de leeftijd van de beoogde lezer. Ook zijn er minder kindpersonages in boeken voor oudere lezers, waarin ze bovendien veel minder vaak aan het woord zijn. Het beeld van ouderen is wel over quasi alle boeken gelijk, zo blijkt bij aandachtig lezen. De computer vertelt dus niet alles over lezers en lezen. Wel is hij een handig instrument om in een groot aantal boeken patronen te ontdekken.
Geybels, Lindsey. ‘Over (de) grenzen: op zoek naar de lezer in het oeuvre van Joke van Leeuwen’.
Spiegel der Letteren, vol.63, no.1–2, 2021, pp. 113–137.
doi: 10.2143/SDL.63.1.3289320
Leeftijd bepaalt de vorm en inhoud van jeugdboeken op verschillende niveaus. Mensen hebben vaste ideeën over wat bij een bepaalde leeftijd past en wat niet. Digitale instrumenten kunnen helpen om zulke leeftijdsnormen op grotere schaal in kaart te brengen en te bevragen. De computer ‘las’ 32 Nederlandstalige jeugdboeken die zijn gepubliceerd tussen 1975 en 2018. Daaruit blijkt dat er in kinderboeken vaak expliciet opmerkingen worden gemaakt over leeftijd. Er is niet alleen aandacht voor de kindertijd, maar ook voor andere fases in het leven. In kinderboeken bewaken de leeftijdsnormen het meest en het strengst, maar hun uitspraken zijn ook vaak gekleurd door conflicten, humor en ironie.
Joosen Vanessa. ‘Te kinderachtig voor de kinderen? Leeftijdsnormen in jeugdliteratuur digitaal onderzocht’.
Vooys: tijdschrift voor letteren, vol. 37, no. 3, 2019, pp. 1–9.
Veel kinderboeken draaien om jonge personages. Toch zijn er ook vaak oudere personages aan zet, of verandert hun leeftijd in de loop van het verhaal. Op die manier komen kinderen via boeken in aanraking met ideeën over leeftijd. Stereotypes zoals de ‘oude heks’ of de ‘wijze oude mentor’ geven het idee door dat oude vrouwen gemeen zijn, of oude mensen vanzelfsprekend wijs. Andersom zijn er ook boeken die bewust afstand nemen van vastgeroeste ideeën. Er komt steeds meer aandacht voor intergenerationele dialoog en een genuanceerde blik op ouderdom. Onderzoek naar leeftijd in boeken en de manier waarop lezers met die beelden rond leeftijd omgaan, kan verder aantonen hoe jeugdliteratuur bijdraagt tot ideeën over leeftijd.
Joosen, Vanessa. ‘Aging in children’s literature’.
Encyclopedia of gerontology and population aging, edited by Danan Gu and Matthew E. Dupre, Springer, 2022, pp. 280–284.
doi: 10.1007/978-3-319-69892-2_250-1