In The Savage (2008) van David Almond, geïllustreerd door Dave McKean, gaat de adolescente hoofdpersoon, Blue Baker, zelf aan de slag met verlies, verdriet en pesten, thema’s die hij grafisch uitwerkt in een verhaal over een wilde jongen, dat Blue ‘The Savage’ titelt. Het kaderverhaal in The Savage onthult niet alleen Blue’s reflecties over zijn rol als verteller van ‘The Savage’, het helpt ook te begrijpen hoe Blue continuïteit-in-verandering ervaart. The Savage, een boek over vertellen en illustreren, laat zien hoe Blue bezig is met reflectieve en transformatieve ‘narrative self-shaping’ (Hutto 2016). Op basis van narratieve geneeskunde, cognitieve narratologie, leeftijdsstudies en kinderliteratuurstudies onderzoekt Emma-Louise Silva in dit artikel hoe personages zichzelf creatief vormgeven via verhalen. Ze toont hoe belangrijk het is daarbij te kijken naar leeftijdsgerelateerde metacommentaren bij die verhalen, om uiteindelijk te laten zien hoe het vertellen en delen van verhalen bekrachtigend kan zijn, over de hele levensloop.
Silva, Emma-Louise. ‘Continuity-in-Change in David Almond’s The Savage: Narrative Self-Shaping in Moments of Metanarrative’.
European Journal of Life Writing, vol. 11, 2022, pp. 93–111.
doi: 10.21827/ejlw.11.38318
Jeugdliteratuur wordt traditioneel beschouwd als een drager van verscheidene ideologieën en een belangrijke factor in de socialisatie van kinderen, bijvoorbeeld in de weergave van leeftijd. Als een kinderboek oudere personages afschildert als fragiele mensen met ouderwetse gewoontes, kan dat het beeld beïnvloeden dat jonge lezers hebben van oudere mensen in hun eigen omgeving. Misschien heeft het zelfs tot gevolg dat kinderen met een negatieve blik naar de oudere generatie kijken. Het kan ook omgekeerd: wanneer kinderen vaak in contact komen met verhalen waarin oudere personages vol levenslust hun eigen pad bewandelen, zullen ze in het echte leven waarschijnlijk op een andere manier naar oudere mensen kijken. In dit artikel beargumenteert Lindsey Geybels dat niet alleen kinderliteratuur, maar ook fictie voor jongvolwassenen en volwassenen een invloed hebben op de perceptie van leeftijd, en dan voornamelijk oude volwassenheid. In een groot corpus van 41 Nederlandse boeken voor verschillende leeftijden wordt de representatie van oudere mannen en vrouwen bestudeerd aan de hand van de werkwoorden, grammaticale bezittingen en bijvoeglijke naamwoorden.
Geybels, Lindsey. ‘Shuffling Softly, Sighing Deeply: A Digital Inquiry into Representations of Older Men and Women in Literature for Different Ages’.
Social Sciences, vol. 12, no. 3, 2023, p. 112.
doi: 10.3390/socsci12030112
Kinderen en volwassenen zouden qua denken en voelen niet gelijk zijn, vooral als het om het geheugen of om herinneringen gaat. Maar misschien liggen de volwassen auteur en zijn kindpersonage wel dichter bij elkaar dan verwacht. In dit artikel onderzoekt Emma-Louise Silva dat aan de hand van My Name is Mina (2010, vertaald als ‘Mijn naam is Nina’) van David Almond. Ze steunt daarvoor op filosofie en onderzoek naar de werking van het brein en het denken: dat staat bijvoorbeeld niet los van het lichaam en de omgeving. Door via die lens naar dit jeugdboek te kijken, brengt ze verfrissende inzichten in de manier waarop volwassen auteurs hun personages verbeelden wanneer dat nog kinderen zijn.
Silva, Emma-Louise. ‘Cognitive Narratology and the 4Es: Memorial Fabulation in David Almond’s My Name is Mina’.
Age, Culture, Humanities, vol. 6, 2022, pp. 1–29.
doi: 10.7146/ageculturehumanities.v6i.131854
Digitale technieken zijn in de studie naar jeugdliteratuur nog niet uitgebreid ingezet. Nochtans laten ze toe om grotere verzamelingen jeugdboeken te onderzoeken en kunnen ze onverwachte patronen blootleggen. Dat blijkt uit de analyse van het oeuvre van Guus Kuijer. Zo bevatten zijn romans, en met name de jeugdromans, opvallend veel expliciete reflecties of veralgemenende bedenkingen over leeftijd. Ook oordelen kinderen er in Kuijers boeken vaak over dat iets ‘kinderachtig’ is: meer dus dan volwassen personages, bewaken kinderen in zijn boeken wat het betekent om kind te zijn. Uiteraard blijft het belangrijk die ‘distant reading’, waarbij de computer in grote tekstverzamelingen patronen zoekt, te paren aan ‘close reading’, waarbij onderzoekers ook aandacht hebben voor de specifieke context van de roman in kwestie. Vast staat dat digitale tekstanalyse niet langer in de kinderschoenen staat, en een waardevolle bijdrage kan leveren aan de studie van jeugdliteratuur, die op haar beurt bijdraagt tot de studie van leeftijd.
Haverals, Wouter & Vanessa Joosen. ‘Constructing Age in Children’s Literature: A Digital Approach to Guus Kuijer’s Oeuvre’.
The Lion and the Unicorn, vol. 45, no. 1, 2021, pp. 25–45.
doi: 10.1353/uni.2021.0002
Hedendaagse sprookjesbewerkingen spelen met gekende verhaalstof, maar maken die een stuk complexer. Dat is ook het geval bij Cinderella is Dead van Kalynn Bayron, dat het bekende sprookjes van Assepoester feministisch bewerkt. De beeldvorming rond leeftijd staat er niet los van gender. Sylvia Henneberg onderzocht eerder leeftijdsgebonden stereotypes in sprookjes; Susan Pickard verkende het motief van de ‘oude heks’ of ‘hag’. Vanuit hun bevindingen onderzoeken we de wisselwerking tussen sprookjesbewerking, ideologie rond leeftijd in traditionele sprookjes en het samenspel tussen leeftijd en gender. De veelzijdige karakterisering van oudere personages blijkt bij te dragen aan de verbeelding van intergenerationele relaties, die op hun beurt aangeven waarom er historisch en cultureel nood is aan hervertellingen van traditionele sprookjes.
Anjirbag, Michelle Anya & Vanessa Joosen. ‘“You Have to Set the Story You Know Aside”: Constructions of Youth, Adulthood and Senescence in Cinderella Is Dead’.
Humanities, vol. 11, no. 1, 2022, p. 25.
doi: 10.3390/h11010025
Net als mensen passen boeken niet altijd in een hokje. Vooral over de status en de grenzen van jeugdliteratuur werd al vaak gedebatteerd. Multipublieksauteurs zHoe leg je bloot welke denkbeelden rond leeftijd worden doorgegeven in en via jeugdliteratuur? De onderzoekers van het CAFYR-project zetten daartoe onder meer digitale technieken in. Een eerste stap is de verzameling van gedigitaliseerde teksten, die we krijgen via uitgevers, auteurs en DBNL. Die teksten kunnen tot massa’s data worden herleid. Het komt er dus op aan een keuze te maken. Wij gingen bijvoorbeeld na hoeveel bepaalde leeftijdscategorieën aan het woord komen, en of er een verschil is naargelang gender. Ook wilden we weten waarover deze personages het hebben en of daarin verschillen naar leeftijd op te tekenen zijn. Het werk van Bart Moeyaert en La Belle Sauvage van Philip Pullman vormden een toetssteen voor deze eerste stappen. De observaties en hypotheses die daaruit volgen, vormen de leidraad voor verder onderzoek.
Joosen, Vanessa. ‘Constructing Age for Young Readers’.
International Research in Children’s Literature, vol. 14, no. 3, 2021, pp: 252–268.
doi: 10.3366/IRCL.2021.0409