Fire and Hemlock (1984) van Diana Wynne Jones en Autumn (2016) van Ali Smith verhalen over een intense vriendschap tussen een meisje en een oudere man. De experimentele vertelvormen van beide Britse romans omvatten een complexe chronologie, een onbetrouwbare verteller, droomscènes, hiaten en een rijk intertekstueel netwerk; zo brengen ze een vriendschap tussen generaties in beeld die kan worden gelezen als intergenerationeel verlangen. Door de experimentele verhaallijnen en reflecties op de fluïde betekenis van leeftijd roepen Smith en Jones dit controversiële onderwerp op zonder het expliciet aan te snijden. Beide romans leggen het verlangen bij het jonge meisje in plaats van bij de oude man en onderzoeken het handelingsvermogen en de momenten van machteloosheid die de vrouwelijke personages ervaren. Een leeftijdsverschil tussen kindertijd en volwassenheid is echter cruciaal om een relatie te kwalificeren als “intergenerationeel verlangen”, en hier zorgen de experimentele structuren en vage chronologieën van de romans voor ambiguïteit. Daarnaast scheppen de boeken verwarring over de aard van de aantrekkingskracht tussen de personages. Ze maken gebruik van de ambiguïteit die onvolledige herinneringen, onbetrouwbare vertellingen, hiaten in de vertelling, metaforen en intertekstuele verwijzingen achterlaten bij het thematiseren van wat gedefinieerd kan worden als vriendschap, verwantschap, liefde en/of seksuele aantrekkingskracht.
Joosen, Vanessa. ‘Holding Hands: Intergenerational Desire in Diana Wynne Jones’s Fire and Hemlock and Ali Smith’s Autumn’.
Poetics Today, vol. 44, no. 1–2, 2023, pp. 131–156.
doi: 10.1215/03335372-10342127