Datum: 22 oktober 2020
Interviewer: Vanessa Joosen
Vertaling: Lindsey Geybels
VJ: U publiceerde uw eerste werken eind jaren 1960/begin jaren 1970 en begon al veel eerder met het schrijven van uw eerste verhalen. Welke rol denkt u dat uw leeftijd heeft gespeeld in uw schrijfproces?
JW: Ik denk niet dat het echt een significant verschil heeft gemaakt. Omdat ik bijna altijd fictie schrijf in de eerste persoon, probeer ik eenvoudigweg de verteller te ‘worden’ en probeer ik te denken en te voelen zoals zij dat doen. Ik hoop dat ik als schrijver ben gegroeid, maar ik denk dat mijn stijl herkenbaar is, zelfs in mijn zeer vroege werk. Natuurlijk zijn er delen van mijn vroege boeken die ik nu zou veranderen, omdat de tijden zelf zijn veranderd.
Hebben nieuwe, leeftijdsgerelateerde ervaringen u soms geïnspireerd om bepaalde thema’s of personages te ontwikkelen?
Over deze vraag heb ik goed nagedacht. Ik ben nu erg geïnteresseerd in het verleden, dus ik heb boeken geschreven die zich afspelen in het Victoriaanse tijdperk, de jaren twintig, de Tweede Wereldoorlog – terwijl ik er twintig of dertig jaar geleden juist op gebrand was om ultrahedendaags te zijn in mijn boeken. Ik vind het gemakkelijker om historische boeken te schrijven omdat de moderne wereld nu zo anders is, dus dat is misschien enigszins leeftijdsgebonden – maar ik denk niet dat ik een fan zou zijn van moderne technologie of sociale media, zelfs als ik veel jonger was.
Vindt u (of vond u) het soms moeilijk om te schrijven over personages die aanzienlijk ouder of jonger zijn dan uzelf? Zo ja, hoe heeft u dat opgelost?
Ik heb het altijd bijna verontrustend gemakkelijk gevonden om over kinderen te schrijven. (Ik weet niet wat dat zegt over mijn intellectuele en emotionele ontwikkeling!) Ik zou graag over andere leeftijden schrijven, maar de meeste van mijn lezers geven de voorkeur aan verhalen over jongeren van hun eigen leeftijd. Toen ik jonger was, vond ik het leuk om oudere personages te verzinnen, maar ze stonden over het algemeen aan de rand van mijn verhaal, ouders, grootouders, leraren, enz. Ik deed mijn best om ze overtuigend te laten lijken – er waren toen veel gemakkelijke karikaturen van oudere mensen in kinderboeken.
Bent u soms geïnspireerd door persoonlijke contacten, herinneringen, nieuwsberichten, andere fictie, academische/psychologische literatuur om personages te schrijven die aanzienlijk ouder of jonger zijn dan uzelf?
Ik zet nooit echte mensen in mijn boeken – ik geef er veel meer de voorkeur aan om ze te verzinnen. Natuurlijk word ik af en toe geïnspireerd door een flard dat ik heb gelezen, maar zelfs dan vertrouw ik zwaar op mijn verbeelding. Het klinkt misschien tegenstrijdig, maar ik vind het de beste manier om de personages echt te laten lijken.
Heeft u ooit het gevoel gehad dat u iets hebt geleerd van een jonger of ouder personage in uw boeken?
Ik denk dat ik iets heb geleerd over moed en optimisme van sommige van mijn vastberaden jonge personages. Ze zijn vaak veel moediger en dynamischer dan ik ben.
Test u uw ideeën soms met anderen (misschien met kinderen)? Heeft u ooit een verhaal aangepast vanwege hun reactie?
Ik heb dit alleen gedaan nadat een boek was geschreven. Ik ontmoette een interessante groep jongeren in de jeugdzorg toen ik over Tracy Beaker schreef als volwassene en luisterde naar al hun meningen. Ik probeerde kleine aanpassingen te maken om hen te plezieren, maar kon mijn plot op geen enkele manier veranderen. Ik moest trouw blijven aan mijn personages en plot. De meeste lezers vinden dat ze graag zien dat een verhaal hun eigen ideeën en ervaringen weerspiegelt, maar dat maakt niet per se een goed uitgebalanceerd en overtuigend boek.
Afgezien van Ricky’s Birthday (Ricky’s verjaardag), denk ik dat uw vroege werk voornamelijk werd gepubliceerd als volwassen literatuur. Wat inspireerde u om over te schakelen naar kinderliteratuur?
Ik wilde altijd over kinderen schrijven, maar zo realistisch mogelijk, om te gaan met verschillende situaties die vijftig jaar geleden niet als ‘geschikt’ werden beschouwd. Ik was opgetogen toen eindelijk mijn eerste volledige kinderboek Nobody’s Perfect (Niemand is perfect) werd gepubliceerd.
Schrijft u nog steeds volwassen literatuur soms?
Nee, ik ben heel gelukkig geweest om me te houden aan het schrijven voor kinderen en tieners. Ik speel met het idee om een volwassen autobiografie te schrijven, maar ik zie mezelf nooit meer volwassen fictie schrijven – hoewel ik me zou kunnen vergissen!
Leest u soms uw oudere werk opnieuw? Is het ooit gebeurd dat uw kijk op een verhaal is veranderd in het licht van nieuwe ervaringen die u hebt opgedaan of vanwege uw eigen verouderingsproces? Voelt u dat er verhalen of personages zijn die u anders zou hebben gevormd als u ze later (of eerder) in uw leven had ontwikkeld?
Ik herlees nooit mijn werk als het eenmaal is gepubliceerd. Ik denk niet dat mijn kijk op mijn verhalen veel, zo niet helemaal, is veranderd naarmate ik ouder ben geworden. Ik denk dat de enige significante verandering is dat er veel meer katten en honden zijn in mijn latere werk – sinds ik zelf een huisdier heb.
Gedurende uw carrière als schrijver is kinderliteratuur als vakgebied ook geëvolueerd. Waren er trends die u bijzonder inspirerend of afschrikwekkend vond?
Ik ben verheugd dat kinderliteratuur tegenwoordig serieuzer wordt genomen! Ik vind het bemoedigend dat er zoveel interesse is en dat er nu zo’n verscheidenheid aan verhalen beschikbaar is. Echter, de laatste jaren denk ik dat er nadruk is gelegd op snel, gemakkelijk en grappig lezen, met veel jongenshumor. Ik vind het geweldig om kinderen enthousiast te maken over lezen, maar het baart me zorgen dat een recent rapport zei dat de meest populaire auteurs bij leerlingen van 11 tot 14 jaar David Walliams en Jeff Kinney zijn. Ik denk dat jongeren op die leeftijd klaar zouden moeten zijn voor veel langere, complexere boeken en enkele klassiekers voor volwassenen. Misschien is dat een teken van mijn voortschrijdende leeftijd!
U heeft boeken geschreven die zijn gepubliceerd voor volwassenen, evenals boeken voor kinderen in verschillende leeftijdsgroepen. Heeft u soms een leeftijd in gedachten wanneer u schrijft? En/of wordt het leeftijdsbereik eerder bepaald door uw uitgever?
Ik heb altijd een vaag idee van de leeftijdsgroep waarvoor ik schrijf, hoewel sommige zesjarigen mijn boeken over Hetty Feather gelukkig oppakken en tieners bekennen dat ze vaak een eenvoudig boek zoals Sleepovers (Slaappartijen) lezen als troostboek. Mijn uitgevers hebben me niet verteld om voor een bepaalde leeftijd te schrijven – tenzij het natuurlijk was voor een specifieke serie gericht op beginnende lezers.
Is het ooit voorgekomen dat een boek dat u begon te ontwikkelen als een verhaal voor jonge kinderen, zich ontwikkelde tot een verhaal voor oudere lezers, of vice versa? Zo ja, waarom was dat?
Ik denk het niet. Sommige verhaalideeën lijken duidelijk gericht op kinderen van 7-11 jaar of 12+, en ik neem automatisch het juiste vocabulaire aan vanaf het begin. Als ik voor jongere kinderen schrijf, houd ik het plot over het algemeen eenvoudig – terwijl ik vrij ben om in allerlei richtingen te ontwikkelen bij het schrijven voor oudere kinderen.
Heeft u ooit reacties ontvangen van jonge lezers die nieuw licht werpen op een van uw eigen verhalen of personages?
Ik ben soms verrast – of zelfs bezorgd. Een klein meisje vereerde bijvoorbeeld een zeer onaardige pestkop omdat ze de macht had om het leven van een ander kind ellendig te maken! Ik ben altijd zeer geraakt als kinderen me vertellen dat een bepaald personage hun beste vriend is geworden.
Sommige van uw boeken raken gevoelige onderwerpen en tonen niet altijd volwassenen in een gunstig licht. Is u ooit gevraagd om passages te veranderen of bepaalde thema’s te vermijden omdat u zich tot kinderen of adolescenten richtte? Was u bereid dit te doen?
Het hangt heel erg af. Ik werd gevraagd een passage te veranderen over een jongen die lijm snuift (toen het ongeveer vijfentwintig jaar geleden een verontrustende trend was). Toen mijn redacteur zei dat er kinderen konden zijn die hier nog nooit van hadden gehoord en het zouden kunnen proberen, stemde ik onmiddellijk in om alle verwijzingen hiernaar te verwijderen. Echter, toen mij werd gevraagd een verontrustende passage in The Illustrated Mum (De geïllustreerde mama) te verwijderen (waar ze over haar tatoeages heen schildert terwijl ze een inzinking heeft), betoogde ik dat het een zeer belangrijke passage was om verschillende redenen – en slaagde erin deze te behouden. Ik sta altijd klaar om naar advies te luisteren – en wil zeker niemand beledigen of van streek maken – hoewel ik af en toe een beetje met mijn ogen rol als me wordt gevraagd om geen onderscheid te maken tussen meisjes en jongens in hun gedrag en gesprekken. Ik probeer de manier waarop jongeren tegenwoordig echt zijn te weerspiegelen, niet de manier waarop sommigen vinden dat ze zich zouden moeten gedragen.